de-fuseren van Amarantis

Hoe het tot stand kwam en de nasleep

Waarde van bestuurlijke schaal

| Geen reacties

Ten geleide
De Onderwijsraad heeft het adviesbureau Interstudie NDO gevraagd een casestudie te verrichten
naar de praktijk van interne organisatiemodellen en verhoudingen tussen de verschillende
partijen binnen onderwijsinstellingen. Het gaat daarbij om instellingen in alle sectoren, van
primair onderwijs tot hoger beroepsonderwijs.
Om een voldoende breed palet aan casuïstiek op te bouwen zijn in totaal tien instellingen
geselecteerd. Sommige van deze instellingen zijn al eerder in opdracht van de Onderwijsraad
beschreven in de studie Groot groeien in het onderwijs. De nadruk lag in deze eerste studie
echter op de vraag waarom en op welke manier deze instellingen zo sterk zijn gegroeid, niet
op de vraag hoe zij vorm geven aan de combinatie van lokale zelfstandigheid enerzijds en eenheid
en centrale aansturing anderzijds. Deze laatste vraag wordt in de studie De waarde van
bestuurlijke schaal wel behandeld.
Het analysekader gaat uit van vijf centrale onderzoeksvragen, die betrekking hebben op het
huidige bestuursmodel, strategische motieven, procesdynamiek en e ecten, leermomenten
en toekomstperspectief, en de instellingsgegevens. De resultaten uit het onderzoek geven een
beeld van de motieven voor en e ecten van keuzes voor een intern bestuursmodel en de ontwikkelingen
en vraagstukken die hieruit voortvloeien. Het onderzoek is een belangrijke input
geweest voor hoofdstuk  van het advies Verzelfstandiging in het onderwijs II.
Namens de Onderwijsraad,
Prof. dr. A.M.L. van Wieringen
Voorzitter

Vraagstelling
De geschetste achtergrond waarin de ontwikkeling van grootschaligheid wordt afgezet tegen
de behoefte aan kleinschaligheid en interne verzelfstandiging en de daaraan verwante discussies
over subsidiariteit, maar ook solidariteit, leidde tot een door de Tweede Kamer gestelde
adviesvraag voor de Onderwijsraad.
Wat zijn passende interne organisatiemodellen voor scholen en besturen die ruimte geven aan
interne betrokkenen en externe krachten? Hoe realiseren we ‘checks and balances’ in en rond
de scholen?
Ter voeding van de Onderwijsraad analyseren we in dit onderzoek de feitelijke praktijk en waar
mogelijk indicaties over de werking en e ecten daarvan. Het onderzoek richt zich primair op
de ontwikkeling van de bestuurlijke verhoudingen tussen de verschillende betrokken partijen
binnen het bestuursmodel.

Hoe markeert men de grenzen tussen alle betrokken partijen zoals
raad van toezicht, college van bestuur, management, lerarenteam en medezeggenschapsorganen?
Welke bestuurlijke omgangsvormen heeft men met elkaar? En hoe verhoudt dit schoolbestuurlijk
verband zich dan vervolgens tot bredere (bestuurlijke) verbanden?

Lees de complete studie hier.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.