Minister Jet Bussemaker van Onderwijs gaat verder onderzoek laten doen naar mogelijke misstanden bij onderwijsinstelling Amarantis. Dat zei de minister vandaag na de presentatie van een onderzoeksrapport over de financiële problemen bij Amarantis. ‘De conclusies van de commissie zijn verontrustend en liegen er niet om’, aldus de minister.

Bussemaker gaat laten kijken naar ‘mogelijke persoonlijke bevoordeling, bovenmatig persoonlijk gebruik van faciliteiten of bevoordeling van derden door bestuurders en leidinggevenden’.
Op basis van het onderzoek besluit ze of er aangifte tegen de bestuurders moet worden gedaan. Ze betreurt dat veel studenten, hun ouders en personeelsleden gedupeerd zijn door de problemen bij Amarantis.

Schorsing raad

De minister van Onderwijs moet de mogelijkheid krijgen om de voorzitter van een raad van toezicht van een school te schorsen, als dat in het belang is van het onderwijs. Ook moet de minister zich sneller met een school kunnen bemoeien als er sprake is van slecht bestuur of wanbeleid.
Dit zijn enkele aanbevelingen van de commissie, die onderzoek heeft gedaan naar de financiële problemen bij onderwijskolos Amarantis. Volgens voorzitter Riet de Wit, wethouder in Heerlen, moet de minister sneller en beter kunnen interveniëren als er problemen zijn.

Minder terugblikken

De commissie heeft ook aanbevelingen opgesteld voor de onderwijsinspectie. Het regulier toezicht moet minder bestaan uit terugblikken. De blik moet verbreed en tevens gericht zijn op de toekomst van een school. Verder is de huidige risicoanalyse geen goede basis voor het uitoefenen van financieel toezicht, aldus de onderzoekers.
Bij verscherpt financieel toezicht volstaat het niet om enkel nadere informatie op te vragen. Er moet een verbeterplan van de school worden geëist en de voortgang daarvan moet worden gecontroleerd. Verder moeten scholen vaker overleggen met de gemeenten waar ze zijn gevestigd, moet de medezeggenschap worden verbeterd en moeten er nauwer worden gelet op goed bestuur door het college van bestuur en de raad van toezicht van een onderwijsinstelling.